Theorie:
algebraische vaardigheden |
goniometrie |
kwadratische formules |
kwadratische vergelijkingen |
lineaire formules |
lineaire vergelijkingen |
vergelijkingen oplossen |
balansmethode |
stappenplan |
procenten |
rekenen basis |
rekenen met letters |
ruimte meetkunde |
ruimte meetkunde |
statistiek |
tafels |
vlakke meetkunde |
woordenboek |
Vergelijkingen oplossen:
Bij het oplossen van lineaire vergelijkingen kunnen we werken met een stappenplan.
Wanneer we volgens een vast patroon vergelijkingen oplossen, verminderen we de kans op fouten.
Hieronder vind je het stappenplan en een aantal voorbeelden.
Op deze bladzijde leggen we de basis uit van vergelijkingen oplossen.
Wanneer we volgens een vast patroon vergelijkingen oplossen, verminderen we de kans op fouten.
Hieronder vind je het stappenplan en een aantal voorbeelden.
Op deze bladzijde leggen we de basis uit van vergelijkingen oplossen.
Stappenplan:
1. Werk de haakjes weg.
2. Zorg dat alle getallen aan de ene kant van het '='-teken komen te staan.
3. Zorg dat alle letters aan de andere kant van het '='-teken komen te staan.
4. Zorg dat je naar 1x gaat door te delen door het getal voor de x
(of: 1a, 1b, 1c... enz)
1. Werk de haakjes weg.
2. Zorg dat alle getallen aan de ene kant van het '='-teken komen te staan.
3. Zorg dat alle letters aan de andere kant van het '='-teken komen te staan.
4. Zorg dat je naar 1x gaat door te delen door het getal voor de x
(of: 1a, 1b, 1c... enz)
Opmerking 1:
Voorbeeld 1:
Los de volgende vergelijking op: 4d + 3 = 2d + 13
4d + 3 = 2d + 13
4d = 2d + 10
2d = 10
d = 5
4d = 2d + 10
2d = 10
d = 5
↓ beide kanten - 3
↓ beide kanten - 2d
↓ beide kanten ÷2
↓ beide kanten - 2d
↓ beide kanten ÷2
Voorbeeld 2:
Los de volgende vergelijking op: 10k + 12 = 5k + 27
10k + 12 = 5k + 27
10k = 5k + 15
5k = 15
k = 3
10k = 5k + 15
5k = 15
k = 3
↓ beide kanten - 12
↓ beide kanten - 5k
↓ beide kanten ÷3
↓ beide kanten - 5k
↓ beide kanten ÷3
In de voorbeelden hierboven hebben we steeds met positieve getallen gewerkt. De vraag die nu opkomt is: Wat doen we als er negatieve getallen staan.
Antwoord: Om een negatief getal weg te werken moet je zorgen dat de term 0 wordt (net als bij positieve getallen). Om een term 0 te maken moet je er iets bij optellen.
Antwoord: Om een negatief getal weg te werken moet je zorgen dat de term 0 wordt (net als bij positieve getallen). Om een term 0 te maken moet je er iets bij optellen.
Voorbeeld 3:
Los de volgende vergelijking op: 2t - 5 = 11t + 22
2t - 5 = 11t + 22
2t = 11t + 27
- 9t = 27
t = - 3
2t = 11t + 27
- 9t = 27
t = - 3
↓ beide kanten + 5
↓ beide kanten - 11t
↓ beide kanten ÷ -9
↓ beide kanten - 11t
↓ beide kanten ÷ -9
Voorbeeld 4:
Los de volgende vergelijking op: - 3k + 12 = 6k - 24
- 3k + 12 = 6k - 24
- 3k = 6k - 36
- 9k = - 36
t = 4
- 3k = 6k - 36
- 9k = - 36
t = 4
↓ beide kanten - 12
↓ beide kanten - 6k
↓ beide kanten ÷ -9
↓ beide kanten - 6k
↓ beide kanten ÷ -9
© 2023, wiskunde.eu versie: 8.0.0 | Voorwaarden: | Je Privacy: | Laatst bijgewerkt: 28-07-2020 @ 15:12:22 |